Schoolreis naar Engeland

(foto en verslag)

1947: de groepsreis van het Arnhems gymnasium naar Northallerton in Yorkshire, Engeland. Per boot naar de overkant, vervolgens per trein het hele land door. Dat duurde lang! Onderdak bij gastgezinnen van leerlingen van de ontvangende school.

Rij 1, van bovenaf. Rob van der Giessen, Koos Schuringa, Rein Boulogne, Bentz vd Berg?, Engelse jongen, Cees Boon, Johan Lups, Peter Berends, achter Berends staat de tweeling Aart en Jan van der Ven, met in hun midden Albert Nijenhuis, vervolgens mevrouw en Piet Vredenduin, Roel Visser, Piek Zwager, Jacob Quarles van Ufford, Bob Zeppenfelt, Hans Ackermann, Jaap Wieringa,
Rij 2. Lotte Vuurman, Tieke (toen nog Tineke) Bouman, Tineke (nu Jantine) van der Wal, Diny Obbink, Edna en Ineke Op de Winkel, Annie Bruinsma, Rosemarie Kamphuis, Mieke van Soest, Loes Seijffardt, Jojo Schaap, Rosemarijn Roes, Emmy Spiele, ??, Ineke Wieringa, Mies van Ommeren.
Rij 3. Mark de Haas, Jan Worst, Arie Berfelo, Appie Schoneveld, Bertie Linnewiel, Guusje van Rhijn, Cox Höpink, Liesbeth Sikkema, ??, Kees Struyck, Ina Spiele, Hans Blijerveld, Peter Vegter, Rinse Kylstra, Engelse jongen

 

"Schoolreis naar Engeland"

Hoewel Engeland natuurlijk ook te lijden had gehad van de oorlog, en er ook daar voedseltekorten waren vond men blijkbaar dat de mensen in Arnhem het nog beroerder hadden gehad. Daarom werd het Arnhems Gymnasium uitgenodigd door de Highschool van Northallerton in Yorkshire. Nou, daar was belangstelling genoeg voor!
Met een grote groep van zo'n 45 leerlingen en drie docenten vertrokken we in juli 1947 per boot naar de overkant, ik geloof Harwich. Vandaar per trein, een eindeloos lijkend eind, naar het noorden. We werden bij de scholieren ingekwartierd. Mijn Engels was bepaald nog niet om naar huis te schrijven. Mijn eerste Engelse leraar was een alleraardigste man, die als vrijwilliger was meegetrokken met het geallieerde leger. Vandaar dat hij ons woorden leerde als "flamethrower" en andere militaire termen. Daar had je in het dagelijks leven niet zoveel aan.

Niet lang?
Ik begon dan ook goed. Toen ik het huis van mijn gastouders binnen kwam waren mijn eerste woorden: "goodbye'. "Nou", had mijn gastheer later tegen zijn vrouw en dochter gezegd, "die is dus niet van plan om lang te blijven!". Me van niets bewust probeerde ik me aan te passen aan het voor mij zo andere leven. Ik was nooit eerder over de grens geweest. 's Avonds in bed leerde ik van mijn nieuwe vriendin, Jean, de gewone dagelijkse woorden: handdoek, deken, laken, lamp, stoel. Wist ik veel, op een gymnasium leerde je, ook later, meer literaire dan bruikbare dagelijkse woorden. Ze hadden een moestuin en ze leerde me de namen van dingen als aardappels, sla, rode en zwarte bessen, frambozen en aardbeien. Toen ik de laatste dag mocht kiezen wat ik wilde eten koos ik voor de Yorkshire pudding!
We hadden er een geweldige tijd. Het meest genoten we geloof ik nog van de Engelse tea, met al die cake en koekjes, lang niet gezien en geproefd. Maar er was meer natuurlijk.
We volgden enkele lessen en verbaasden ons over de slechte uitspraak van het Frans, ook door de docent! We gingen naar cricket games op de school sportvelden en snapten daar niks van, we maakten trips met de hele groep in een bus naar o.a. York en bezochten de mooie kathedraal. Er was een "social evening" met muziek. Ook het gastgezin nam ons vaak mee. Met mijn familie gingen we naar Scarborough, aan zee. En koud dat het was! Ik ging mee naar de kerk en genoot van het mooie gezang, van de preek heb ik niet veel begrepen. Ik bezocht vrienden en familie van Jean en werd een beetje verliefd op een neef van haar. En ook een beetje op oud-leerling Albert Nijenhuis, één van de drie lange jongens op de achterste rij van de groepsfoto (zie map foto's), die mij als jonkie een beetje onder zijn hoede nam.
Later kwamen de Engelsen in Arnhem op bezoek en we gingen met hen ook allerlei bezienswaardigheden af, waaronder het Openlucht museum.

Contact
Ik heb nog jaren contact gehouden met mijn Engelse vriendin, tot het door huwelijk en kinderen verwaterde. En toen, opeens, kwam er weer een brief van haar. Ze woonde met haar gezin in de buurt van Canterbury waar mijn man en ik haar een keer bezochten. Enkele jaren later was zij met haar man in Nederland en we lieten hen Amsterdam en de Nederlandse polders zien. Helaas was er geen tijd om naar Arnhem te gaan, ze waren met een groepsreis, die weinig vrije tijd overliet.
De namenlijst van mijn mede-reizigers heb ik uiteindelijk vrijwel compleet gekregen door bij deelnemers van eerdere jaren informatie in te winnen op de jaarlijkse bijeenkomsten van de jaren 1940-1947 in Bronbeek.


Jantine J. de Boer-van der Wal